Instructie benzinebranders en lantaarns

Veiligheid gaat voor alles:

  • Gebruik de brander nooit in een afgesloten ruimte (b.v. tent).
  • Benzine en Colemanfuel zijn vluchtige brandstoffen die gemakkelijk ontvlamt, let hier altijd op.
  • Gebruik voor de brandstof alleen goedgekeurde fuelflessen en zorg dat die niet gedeukt zijn.
  • Vul de brander altijd in de buitenlucht en alleen dan wanneer de brander geheel afgekoeld is.
  • Altijd op een vaste vlakke ondergrond plaatsen en nooit in een loopweg.
  • Zorg dat pannen stabiel op de brander staan, zet nooit een te grote pan op de brander.
  • Bij het pompen nooit een (warme)pan op de brander laten staan.
  • Let op met het opendraaien van de pomp, als deze te ver is losgedraaid kan er benzine in de pompbuis lopen en ontvlammen bij het oppompen. Zorg dat de vuldop altijd goed aangedraaid zit.
  • Houdt voldoende afstand bij het ontsteken, de brander geeft meestal in het begin een steekvlam.
  • Benzine branders worden zeer warm, let er op dat pannen niet droog koken en gebruik windschermen alleen op voldoende afstand.
  • Na gebruik de brander altijd voldoende laten afkoelen en vervolgens pas de druk van de tank afhalen, dit voorkomt onnodig lekken.

 

Het gebruik van de benzinebrander:

  • Klap alles op de juiste manier open en zet de brander op een stevige vlakken ondergrond.
  • Vul de brander met een trechter maar niet helemaal vol, vul tot net onder de rand van de vulopening.
  • Veeg gemorste brandstof weg.
  • Zorg dat de draaiknop of de hendel op ‘close’ staan, bij de 2-pitter beide draaiknoppen dicht.
  • Draai de pomp linksom los en pomp de brander maximaal 20-25 keer op voor de begindruk. Druk tijdens het pompen het gaatje in de knop dicht met je duim.
  • Draai de pomp na het pompen weer rechtsom dicht (close).
  • Bij een 2-pitter draai je, voordat je hem aansteekt, eerst een soort chookhendeltje in de ‘light’-stand. Als de brander ongeveer 3 minuten brand kan je dat hendeltje weer naar beneden draaien.
  • Zet de hendel voor het ontsteken in de ‘light’-stand en houd er gelijktijdig een lucifer bij.
  •  

 

Ontsteek bij een 2-pitter de 2e pit pas als de eerste goed brandt.

 

  • Zet de brander uit door hem op ‘off’ te draaien.
  • Wacht tot de brander is afgekoeld, haal de druk eraf door de vuldop even te openen. Berg hierna de brander pas op.

 

Praktische tips en onderhoud:

  • Voorzie een vulfles of jerrycan altijd met een passende schenktuit of  trechtertje.
  • Vul de brander altijd bij na gebruik, hierdoor voorkom je dat bij een volgende keer de brander er halve wegen mee stopt en je voor het vullen moet wachten tot hij is afgekoeld.
  • Colemanfeul brand schoner en mooier dan loodvrije benzine, gebruik NOOIT andere brandstoffen.
  • Berg altijd ook de lucifers op bij de brander, stop ze in b.v. een kokertje van een filmrolletje zodat ze niet nat (van de benzine!) kunnen worden.
  • Na gebruik altijd de druk van de tank afhalen, dit voorkomt onnodig lekken in b.v. je tas.
  • Bewaar voedsel altijd gescheiden van brander en vulfles zodat dit bij evt. lekkage nog bruikbaar is.
  • Zorg dat je wat reserve onderdelen bij de brander hebt, een pomprubbertje en een generatorbuis zijn echter voldoende.
  • Aan het regelkraantje zit vaak ook een doorprikker voor de inspuitopening in de branderkop. Brand de brander slecht dan komt dit meestal doordat die opening verstopt zit. Het herhaaldelijk heen en weer bewegen van het kraantje maakt de opening meestal weer open.
  • De pomp kan je af en toe smeren met een druppeltje olie van een oliepeilstok van een auto.

 

Mogelijke problemen en de oplossing:

  • Pomp doet het niet meer -> haal de pomp uit de brander en controleer het rubber. Als je geen nieuwe hebt dan kan je de oude weer proberen te vormen en goed in de pompbuis te laten aansluiten. Een beetje vaseline op de pomp doet ook vaak wonderen.
  • De brander brandt niet regelmatig en niet voluit -> Aan het regelkraantje zit tevens een doorprikker voor de inspuitopening in de branderkop. Het kan zijn dat die opening verstopt zit. Het herhaaldelijk heen en weer bewegen van het kraantje tijdens het branden maakt de opening meestal weer open.